Het onderwijs heeft in 2020 grotere veranderingen doorstaan. Vertrouwde klassen maakten plaats voor huiskamers en slaapkamers om kennis en kunde eigen te maken. De ervaringen verschillen. De een ervoer een groter gevoel van vrijheid en planning, de ander wist zich moeilijker te concentreren en miste in de overdracht juist dat wat de lesstof moest laten beklijven. We lijken er ook nog niet te zijn. Zonder de 17 miljoenste-en-1 ste viroloog te willen zijn is het duidelijk dat deze pandemie nog niet over is.  Gelukkig is er ook een deel intact gebleven,  instellingen als de onze kregen de mogelijkheid na een sluiting van 3 maanden in kleine opzet weer  live klassikaal te gaan lesgeven. Vanaf afgelopen september is dat prima gelukt, en ook voor 2021 blijven we in Almere en incompany bij instellingen live  lesgeven. En hoe het ook zij, het (deels) online onderwijs lijkt een vaste plek te krijgen. Hiermee hebben met name de bijscholing  in de GGZ een geforceerde groei doorstaan, waarbij opleiders de mogelijkheid moeten grijpen van beide het beste in te zetten.

Slaapkamers en washokken

Daar waar therapeutische vaardigheden tot 17 maart 2020 via een online verbinding onmogelijk aangeleerd konden worden, zijn ze inmiddels  ruim negen maanden later veelvuldig geoefend vanuit de slaapkamers, washokken en  huiskamers. Ook rollen de eerste onderzoeken en wetenschappelijke conclusies binnen over de effectieve overdracht. Online onderwijs zou voor zowel docent als cursist extra belastend zijn omdat de perceptie van omgevingen gedeeld moet worden. Beiden zitten immers thuis en ‘in de klas’. Het beantwoorden van een vraag van een cursist kan ruw verstoord worden door aandacht vragende kinderen of de Zalando bezorger. In MBO en HBO onderwijs leek het hogere orde denken het verschil te gaan maken. Daar waar van  de HBO’er  meer zelfdiscipline verwacht mocht worden door ervaren college vrijheden en verwachte capaciteiten met betrekking to synthese en creatie, bleek in sommige gevallen juist de MBO’er beter in staat het aangeleerde eigen te maken. Van eenduidigheid in effectiviteit is gelukkig nog geen sprake. Er zijn dus voordelen en nadelen. Dat geldt ook voor de docenten. De dynamiek in een groep is via een scherm moeilijker te beïnvloeden of zelfs maar op te merken. Het maken van kleinere groepen bood daar een uitkomst in. Zoals in veel groepen is de dynamiek van een klas een culturele uitkomst waarbij je weliswaar kan sturen maar de uitkomst moet afwachten. Terugkijkend is een voorzichtigheid in conclusies over online onderwijs geboden. Ten eerste omdat we er eenvoudigweg nog ‘middenin’ inzitten. Ten tweede omdat het feitelijk vaststaat dat online onderwijs niet slecht is, wel anders. Zelf denk ik dat een goede tussenweg bestaat uit blended learning. Geef vakken waarbij verbinding centraal staat zoveel mogelijk live klassikaal. Casuïstiek en interpretatie kan uitstekend via een platform worden uitgewerkt. En blijf altijd live klassikaal lesgeven waar en zolang dat mogelijk is.

Nu

Vooruitlopend op de meest werkbare vorm van onderijs binnen de huidige mogelijkheden (ik gebruik het woord beperking hier bewust niet) werken we binnen aan verschillende vormen van blended learning. Trainingen als Groepsdynamica, Naasten Programma en Motiverende Gespreksvoering en Korte Interventie’s, blijven volledig klassikaal.

Beroepstrainingen zoals Verslavingskunde I,II en III worden klassikaal gegeven waarbij de lesstof op het e-learning platform Elsdenacademy.com staat en geoefend kan worden. Hierop worden ook de thuiswerkopdrachten en praktische assessments gemaakt.  Op het platform hebben cursisten contact onderling en met hun docent. Ook kunnen ze klassen volgen via beeldbellen op het platform en deelnemen aan de fora.

Een derde variant is de volledig online opleiding via het platform. Hiertoe lenen zich de opleidingen International Addiction Counseling I II en III. Gezien de achtergrond van deelname door veel niet Nederlands sprekende cursisten in het buitenland was deze stap een logische.

Verder

Als opleider passen we ons aan door besluiten te maken die allereerst kwalitatief verantwoord moeten worden, en daar slagen we goed in. De online leeromgeving is niet meer weg te denken. Live klassikaal zal ook blijven, zoveel mogelijk zelfs.

Opleiden bestaat uit verbinden.

 

 

Meino de Vries