Door Meino de Vries

Veranderen van gedrag levert een waardevolle bijdrage aan ons leven. Niets is blijvend, en om ons aan te passen aan de steeds veranderende wereld zal verandering het enige zijn wat blijvend is. Verandering biedt inzicht, kansen en uitdaging. Verandering is logisch en vanzelfsprekend. Verandering is enerzijds wenselijk, anderzijds noodzakelijk. In ieder geval is verandering zo logisch als het leven zelf. Verandering is het duiden van de scheidslijn tussen autonomie en aanpassing.

In ons werk als hulpverlener is voorgaande logica vaak ver te zoeken, of beter gezegd; te vinden. Juist de uitdaging voor cliënten om verandering aan te gaan kan een volledig behandelplan behelzen. Wat maakt dit zo moeilijk voor ze en hoe begeleiden we ze in een eigen tempo, maar onder onze regie richting gezonde, helpende veranderingen? Met name in het werken met verslaving en persoonlijkheidsstoornissen is het aangaan van nieuwe gedragingen en het omgaan met veranderingen buiten de eigen invloedsfeer de kern van onze inzet.

Sinds jaren wordt de (faal)angst voor het onbekende gezien als reden om niet te willen veranderen. Het zelfbeeld speelt hierin een grote rol. Met name cliënten die kampen met verslaving kunnen de angst voor het onbekende zien als onneembare horde in het aangaan van ander gedrag. Vaak is de angst voor wat er gebeurt als ze stoppen met hun middel voldoende om ze gevangen te houden in een vicieuze neergaande spiraal van zelfdestructie. Vreemd genoeg levert stoppen van hun middel op lange termijn alleen voordelen op. Deze ultieme tegenstelling kenmerkt de ziekte verslaving. Psychologische en vaak lichamelijke afhankelijkheid levert ‘discomfort’, een oncomfortabel gevoel wat het doordenken over gezonde alternatieven remt en zelfs stopt. Zien cliënten zichzelf onvoldoende als volledig persoon, dan zal gedragsverandering een (te) grote uitdaging zijn door faalangst. Het blijven denken aan mogelijke uitkomsten van gedragsverandering wordt overschaduwd door het ‘comfort’ van gebruik; vergeten en verdoven. Het denken aan gezonde alternatieven verdwijnt echter niet helemaal. Juist het denken aan verandering voedt de onzekerheid die ze over zichzelf voelen en laat ze nog slechter over zichzelf denken waarbij het proces van herverslaving (blijvend gebruik) in stand wordt gehouden. Samenvattend kan er dus gesteld worden dat zonder begeleiding of behandeling het denken aan een beter leven in veel gevallen het gebruik zelfs in stand houdt. Aan ons als hulpverlener dus de taak om ze bij te staan in een proces wat rationeel volledig logisch klinkt, maar emotioneel zorgt voor irrationele gedachten, angsten en verdere afbrokkeling van zelfvertrouwen. De cliënt heeft iemand buiten zichzelf nodig om het proces van verandering aan te gaan, juist om de momenten die bepalend zijn voor het terugkeren naar oud gedrag en gebruik anders te beleven. Zelfhulp is hierin uiterst effectief en noodzakelijk, evenals onze inzet als professional. Zelfhulp met gelijkgestemden biedt de mogelijkheid om ervaringen van hoop ervaring en kracht uit te wisselen. Gedegen behandeling en begeleiding gaat onder andere om het omdraaien van het principe dat cliënten niet langer gedreven worden door pijn en plezier, maar dat ze juist leren met pijn en plezier om te gaan.

Verandering vergt tijd. Niemand leert van de ene dag op de andere afscheid te nemen van verslaving. Afscheid nemen van een middel is al zwaar. Wanneer het stoppen met gebruik de oplossing zou zijn, zou detoxificatie immers de enige noodzakelijke behandeling zijn. Herstel begint pas wanneer een andere levensstijl wordt beoefend nadat gestopt is met gebruik. Deze levensstijl kenmerkt zich door erkenning en herkenning, acceptatie ‘van wat is’, hulp vragen en accepteren, zelfreflectie en verbinding maken met zichzelf en anderen. Een hele lijst die leefbaar en haalbaar wordt als de cliënt er per dag aan werkt, iedere dag weer. Stap voor stap, met kleine haalbare doelstellingen als ‘speldenprikjes op de landkaart van hun eigen toekomst’.

Veranderen gaat soms langzaam. Hierin is motivatie leidend. Deze motivatie onderzoeken we bij onze cliënten nadat de lijdensdruk duidelijk is. De lijdensdruk is vaak de motivator om hulp te zoeken en te accepteren. Lijdensdruk is ook de basis om behandeling aan te gaan en tijdens de behandeling wordt de lijdensdruk duidelijk in kaart gebracht en soms door confrontatie opgeroepen of zelfs uitvergroot. De grootste motivatie om een ander leven (herstel)  te gaan leiden ligt in invulling van primaire levensbehoeften en hoop op een beter leven. Zingeving en verbinding zijn leidende principes in Herstel. Hierin leggen we de focus op wat belangrijk is voor de cliënt (William Glasser). Waar zijn ze goed in? Wie is er voor ze en voor wie kunnen zij er zijn? Wat is vrijheid voor ze? Hoe ervaren ze plezier en luchtigheid en niet onbelangrijk; hoe voorzien ze in hun eigen dagelijkse levensbehoeften? Het graduele proces van verandering vergt het volgen van fasering.

De fasering van gedragsverandering volgens het transtheoretisch model van Prochaska en DiClemente is helder weergegeven en kent de fases van Voorbeschouwing, Overweging, Beslissing, Actie, Onderhoud en Terugval. Dit model is bekend bij iedere hulpverlener in de verslavingszorg en vergt kunde en geduld. De cliënt is bepalend voor het tempo, de hulpverlener houdt regie. Wanneer de hulpverlener sneller gaat dan de cliënt wordt het risico van terugval groter (gras groeit immers ook niet sneller als je er aan trekt). Toch is het niet meer dan menselijk om als hulpverlener te willen suggereren en adviseren in plaats van exploreren. Het bedenken van een doel en methode door de cliënt blijft echter leidend in behandeling en begeleiding. Het model is de achtergrond waarop het proces wordt geplaatst. De praktische invulling is maatwerk.

In het werken met het Transtheoretisch model blijven we gebruik maken van Motiverende en Activerende gespreksvoering. Hierbij maken we ook gebruik van aanvullende CGT technieken zoals Functie Analyse van gedrag, Betekenis Analyse, Meerdimensioneel evalueren en de Holistische theorie als landkaart om behandeling en begeleiding van elkaar te kunnen scheiden. Afhankelijk van kennis, kunde , expertise en bevoegdheid is een multi-disciplinaire aanpak onmisbaar om de cliënt alles te geven wat nodig is om te geloven in een andere toekomst. Essentieel in het werken met veranderprocessen is het fundament van veiligheid en verbinding, begrip en geduld. De menselijke maat draagt zorg voor begrip van emoties als schuld, schaamte, eenzaamheid. Vooruitgang  in behandeling en begeleiding is vaak drie stappen naar voren en twee terug.

Er schuilt in deze geen gevaar in verandering. Gevaar is in deze context een combinatie van gevoelens van angst, laag zelfbeeld en ontbrekend zelfvertrouwen in eigen kunnen. Door diepgaand en oprechte interesse te hebben voor wat de cliënt bezighoudt kunnen we deze gevoelens bespreken en een begin maken met wat voor hen belangrijk is in het vormgeven van een toekomst waarin gevaar niet langer leidend is.