Door 

Vijf vragen voor Robert van der Graaf en Meino de Vries

Wat houdt het werk van een verslavingsarts in?

Meino de Vries: „Binnen de GGZ wordt een behandelplan opgezet, de patiënt begeleid bij de ontgifting (detoxificatie), wordt zo nodig medicatie uitgeschreven en persoonlijke ondersteuning geboden. Het leren leven zonder het genotsmiddel -abstinentie- vergt motivatie die meestal pas wordt gevormd tijdens de behandeling. Hiervoor wordt de arts en een deskundig coachend team ingezet. Wel heeft de verslavingsarts hier een minder directe rol. Het anders leren denken staat centraal. Psychische ondersteuning is hierin belangrijker dan ondersteuning van lichamelijke klachten die zich niet laten verklaren .”

 BEKIJK OOK:

“Roken gaat veelal samen met drinken en andere ongezonde en risicovolle gedragingen”

Van de Graaf: „Ik richt me vooral op de verborgen verslavingen (roken, eten, problematisch drinken) van mensen die niet bekend zijn bij de verslavingszorg . Zo ben ik een verslavingsgeneeskundepoli in Assen gestart, waar we eerst vooral rokers zien. Maar dat wil niet zeggen dat het dan alleen over roken zal gaan gedurende de begeleiding. Want roken gaat veelal samen met drinken en andere ongezonde en risicovolle gedragingen. Als je dan wilt stoppen met roken en drinken zit dat in de weg dan kan het zijn dat je ook (tijdelijk) moet stoppen met drinken”

Wat gebeurt er met de verstokte roker of zware drinker die stopt?

„De roker gaat vaak hoesten. Zowel de roker als de drinker gaat zich vervelen”, zegt Van de Graaf. „Er komen ontwenningsverschijnselen ten teken dat je lichaam is gestart met een grote schoonmaak. Alle gifstoffen worden het lichaam weer uitgewerkt. Door dat hoesten ga je vaak slecht slapen. De neiging bij ex-rokers bestaat om dan weer een peuk op te steken. Maar als je als arts de stopper vooraf zegt: je gaat twee weken slecht slapen, dan is hij voorbereid.

De meeste ontwenningsklachten, ook bij drank, zijn na een paar weken verdwenen. Met medicatie, zoals nicotinepleisters of -kauwgom kan die periode overbrugd worden. De verveling die toeslaat, is gewoon tijd die je opeens over hebt. Als je je dat realiseert, is er ruimte voor wat anders. . Zoals een ontspanningsoefening of een korte wandeling; dat went dat na verloop van tijd. ”

Hebben gamers ook last van ontwenningsverschijnselen?

„Zeker! De meeste gamers zijn niet de beste slapers en hebben een hoog stressniveau in het lijf. Constant gamen is heftig werk in je hoofd; er is sprake van continue prikkeling. Meestal zitten ze maar op de stoel en eten en drinken slecht. Als je stopt met gamen, gaat je lichaam protesteren, omdat het gewend is aan een bepaalde leefstijl. Het moet normaal leren eten en drinken.

“De meeste gamers zijn niet de beste slapers en hebben een hoog stressniveau in het lijf”

Vaak is de omgeving blij dat de gamer stopt met dat ’ongezellige’ gedrag. Maar soms lukt het de omgeving niet om het nieuwe gedrag te accepteren en is er veel wantrouwen. Je moet als naaste niet meteen denken dat iemand weer game-verslaafd is als er op het mobieltje wordt gekeken. De omgeving moet dus, bij alle verslavingen, op de hoogte zijn en een ondersteunende en stimulerende houding aannemen. Hoe vaak wordt er niet tegen een chagrijnige stopper na een aantal weken gezegd; steek maar weer een sigaretje op, want je bent niet te harden.”

Wanneer vinden verslavingsartsen dat iemand een ex-roker of ex-drinker is?

„Daar is geen eenduidig antwoord op, maar in feite bepalen mensen dat voor zichzelf”, stellen beide experts. Van de Graaf: „Er zijn mensen die een jaar niet roken en drinken en toch nog steeds sterk de neiging hebben. Ik heb patiënten die zeggen dat het stoppen twee tot drie jaar moet duren. Want dan hebben ze alle belangrijke data in alle seizoenen een keer meegemaakt zonder drank of sigaret. Dus de sterfdag van een moeder twee keer zonder drank doorkomen of een aantal malen vakantie gevierd zonder sigaret. De mens is een gewoontedier. Afleren is lastig, maar nieuwe dingen aanleren kunnen we ook.”

Waar werkt een verslavingsarts eigenlijk?

„Die kan werkzaam zijn in meerdere sectoren. In de verslavingszorg, waar eigenlijk alleen alcohol en drugs als ’echte’ verslavingen worden gezien en gamen in toenemende mate. Roken niet”, zegt opleider tot verslavingsdeskundige in de GGZ Meino de Vries. „De verslavingsarts en psychiater werken samen binnen een team dat het behandelplan opstelt.”

Ook kunnen deze artsen buíten de verslavingszorg werken in een ziekenhuis, zoals verslavingsarts Robert van de Graaf, die sinds januari 2020 in het Wilhelmina Ziekenhuis in Assen werkt: „Dan gaat het overigens over een veel grotere groep die de verslavingszorg dus nooit bereikt. Dat zijn veelal de verborgen verslaafden. Ze zitten muurvast en weten niet waar te beginnen, maar komen desondanks niet in de verslavingszorg.”

Cijfers

Het aantal cliënten waarbij alcoholverslaving een probleem is, schommelt rond de 30.000. Ongeveer hetzelfde aantal zoekt hulp in de verslavingszorg voor het overmatig gebruik van is cannabis, cocaïne, opiaten, xtc, amfetamine, GHB en andere drugs. In ons land heeft bijna een kwart van de 20-24-jarigen en bijna één op de vijf 25-29-jarigen ervaring met xtc. Het gebruik in deze leeftijdsgroepen is hoger dan in alle andere leeftijdsgroepen. In 2018 rookte 22,4% van de bevolking van 18 jaar en ouder. In 2014 rookte nog 25,7% van de volwassen bevolking. Een half miljoen Nederlanders drinkt overmatig.